Wat is een zoönose? Hoe ziektes zich verspreiden van dieren naar mensen
Wat is een zoönose? Hoe ziektes zich verspreiden van dieren naar mensen
In januari kondigde de Amerikaanse staat Louisiana aan dat een patiënt was overleden aan vogelgriep (H5N1) na blootstelling aan "een combinatie van een niet-commerciële achtertuinzwerm en wilde vogels".
In de afgelopen maanden is het virus snel gemuteerd en heeft het zich verspreid van wilde vogels naar pluimvee, melkvee en schapen. Dit heeft geleid tot het slachten van dieren, en heeft mogelijk ernstige gevolgen voor de landbouw.

Wetenschappers en volksgezondheidsfunctionarissen over de hele wereld hebben de huidige variant van vogelgriep gevolgd sinds de ontdekking ervan in 2020, toen de wereld in de greep was van de coronapandemie.
In 2023 ontdekten onderzoekers in Argentinië dat de vogelgriep zich had verspreid van trekvogels naar pluimvee en vervolgens naar zeeleeuwen en zeeolifanten. In oktober dat jaar waren er in een zeeolifantenkolonie ongekend veel sterfgevallen. Een nieuwe variant van vogelgriep, die zeezoogdieren treft, werd geïdentificeerd als doodsoorzaak van ongeveer 17.000 zeehonden. 96% van de jonge zeehonden die dat seizoen waren geboren, waren in november dood.
Onderzoekers maken zich vooral zorgen over de manier waarop een virus dat begon bij vogels zich makkelijk aanpast aan zoogdieren en snel verspreidt. Dit is niet alleen zeer zorgwekkend voor dierenpopulaties, maar, zoals de tragische dood in Louisiana laat zien, ook voor mensen.
Het vogelgriepvirus is een van de meer dan 200 ziekten die zoönosen worden genoemd en die dieren kunnen overdragen op mensen.
Hoewel deze ziektes van nature voorkomen, kan onze relatie met de natuur het risico voor mensen vergroten of verkleinen. De gezondheid van dieren, mensen en ecosystemen zijn nauw met elkaar verbonden. Dit is waarom zoönose slechts één reden is waarom het voorkomen van wildlife crime en het beschermen van wilde dieren essentieel is voor het beschermen van onze eigen gezondheid, voedsel en economieën.
Wat zijn zoönosen?
Zoönosen zijn ziektes of infecties die kunnen worden overgedragen van niet-menselijke dieren op mensen en andersom. Zoönotische ziektes kunnen worden veroorzaakt door verschillende ziekteverwekkers, waaronder bacteriën, virussen, schimmels en parasieten. Ze kunnen worden overgedragen door direct contact met besmette dieren of besmet voedsel of water, of via door de lucht verspreide deeltjes.
Meer dan twee derde van de virussen die bij mensen worden waargenomen, hebben een zoönotische oorsprong. De eerste keer dat een specifieke ziekte wordt overgedragen van een dier op een mens wordt een 'spillover event' genoemd. Door de uitbreiding van het landgebruik door mensen, illegale handel in wilde dieren en de consumptie van bushmeat – die allemaal leiden tot meer contact tussen mensen en dieren – komen deze spillovers steeds vaker voor.
Lijst van zoönotische ziektes
Zoönotische ziekten kunnen worden veroorzaakt door verschillende ziekteverwekkers, waaronder virussen, bacteriën, parasieten, schimmels en prionen (verkeerd gevouwen eiwitten). Enkele van de bekendste zoönosen, opgedeeld per groep, zijn:
- viraal (via een virus): HIV, COVID-19, Spaanse griep, hondsdolheid of rabiës, vogelgriep, ebola, mpox, westnijlvirus, nipah-virus, zikavirus, SARS, MERS, gele koorts.
- bacterieel (via een bacterie): ziekte van Lyme, kattenkrabziekte, miltvuur, salmonellose (Salmonella), M. bovis (rundertuberculose), builenpest
- parasitair (via een parasiet): toxoplasmose, Giardiasis, schurft
- via een schimmel: ringworm, sporotrichosis
- via een prion: ‘gekkekoeienziekte’ (BSE), ‘zombie deer disease’ (CWD)
Veel van die namen klinken misschien bekend in de oren, en dat is geen wonder. Meer dan 60% van de bekende infectieziekten bij mensen zou een zoönotische oorsprong kunnen hebben, en naar schatting 75% van de nieuwe of opkomende infectieziekten bij mensen is afkomstig van dieren.
Insecten zoals vlooien en muggen fungeren vaak als drager en brengen een ziekteverwekker over van een dier naar een mens. Soms muteren zoönotische ziektes in mensen, waardoor er een variant ontstaat die alleen bij mensen voorkomt.
Zoals we bij de Spaanse griep en de COVID-19 (corona)pandemieën hebben gezien, hebben we bij nieuwe zoönosen – of nieuwe varianten ervan – enorm veel middelen en tijd nodig om effectieve behandelingen en voorzorgsmaatregelen te vinden. In de tussentijd kan de ziekte talloze mensen doden of verzwakken, de gezondheidszorg overbelasten, en de landbouw en andere bestaansmiddelen ontwrichten. Hierdoor vormen zoönosen niet alleen een ernstige bedreiging voor de volksgezondheid, maar ook voor de economie en de voedselzekerheid.
Hoe verspreidt wildlife crime zoönosen?
De manieren waarop we wilde dieren en hun ecosystemen exploiteren, hebben zowel direct als indirect geleid tot dodelijke ziekteverspreiding. De ziektes die we krijgen van gedomesticeerde dieren vinden namelijk vaak hun oorsprong in wilde dieren.
Dit zijn enkele manieren waarop criminaliteit op het gebied van wilde dieren en onze uitbuiting van de natuur onze eigen gezondheid en welzijn bedreigen.
Vernietiging van leefgebied
Wanneer leefgebieden worden vernietigd, verplaatsen wilde dieren naar nieuwe gebieden. Ze komen dan in nauwer contact met andere soorten, waaronder mensen. Door één oorzaak van de vernietiging van leefgebieden te onderzoeken – ontbossing – kunnen we aantonen hoe de invloed van mensen op leefgebieden kan leiden tot een kettingreactie die leidt tot zoönosen.
Het zal je misschien verbazen, maar de illegale houthandel is een van de meest winstgevende vormen van internationale georganiseerde misdaad. Illegale houtkap en bosbouwcriminaliteit zijn naar schatting tot wel US$152 miljard per jaar waard en zijn goed voor 15-30% van al het hout dat wereldwijd wordt verhandeld. Hout is echter niet de enige reden waarom bossen worden vernietigd. De productie van palmolie, soja, vee, rubber en andere grondstoffen leidt ook tot ontbossing.
Gevolgen van ontbossing
Bossen zijn ingewikkelde ecosystemen, dus het verstoren van één onderdeel heeft een opeenvolging van gevolgen.
In gebieden in Indonesië en Maleisië bijvoorbeeld dragen muggen een zoönotische malaria bij zich, Plasmodium knowlesi genaamd, die van oorsprong voorkomt bij makaken, een apensoort. Deze gebieden zijn ook hotspots van ontbossing. Als het bladerdak van het bos wordt vernietigd, bereikt meer neerslag de bosbodem, waardoor warme waterpoelen ontstaan waarin muggen goed gedijen.
Zonder voldoende bomen brengen makaken meer tijd door op de grond, waardoor ze meer worden blootgesteld aan muggen. Als meer makaken besmet raken met malaria, raken ook meer muggen besmet. Deze muggen prikken dan weer mensen die in de buurt wonen, waardoor de ziekte zich verspreidt naar menselijke gemeenschappen.
Op dezelfde manier is de dodelijke Ebola-uitbraak van 2014-2016 in verband gebracht met ontbossing in het West- en Centraal-Afrikaanse regenwoud. Studies hebben aangetoond dat vleerhonden (grote vleermuizen) die het ebolavirus dragen, door het verlies van hun leefgebied in het regenwoud dichter bij stedelijke gebieden zijn gaan leven. Dit heeft geleid tot een verhoogde overdracht van het virus van vleermuizen op mensen.
Ten slotte vernietigt ontbossing niet alleen de leefomgeving van wilde dieren en dwingt het ze naar menselijke nederzettingen, maar het maakt ze ook kwetsbaarder voor ziekte. Een onderzoek in het Atlantisch woud van Paraguay toonde aan dat kleine knaagdieren en buideldieren in kleinere stukjes bos meer stresshormonen hebben dan die in grotere stukken bos. Dit vermindert hun vermogen om een goede afweer op te bouwen tegen mogelijk zoönotische organismen. Hierdoor wordt de kans op besmetting groter en neemt de kans op verspreiding en een uitbraak toe.
Smokkel van wilde dieren
Het is onmogelijk om te weten hoeveel wilde dieren wereldwijd worden verhandeld. Het kan namelijk heel kleinschalig zijn, zoals twee individuen die ruilen, maar ook heel grootschalig, zoals internationale zendingen van levende dieren of dierlijke producten (zoals schubben, hoorns, huiden, vlees, slagtanden of veren). Veel van deze handel gebeurt informeel of illegaal.
Sommige onderzoekers schatten dat er wereldwijd per jaar ongeveer 40.000 levende primaten, 4 miljoen levende vogels, 640.000 levende reptielen en 350 miljoen levende tropische vissen worden verhandeld. Dit zorgt voor minstens 1 miljard directe en indirecte contacten tussen wilde dieren, mensen en huisdieren. De mensen die betrokken zijn bij deze keten zijn onder andere jagers, stropers, vervoerders, tussenhandelaren, douane- en andere wetshandhavers, verkopers en klanten.
Elk van deze contacten is een kans voor ziekteverwekkers om zich te verspreiden. Daarom traint IFAW wetshandhavers om op de juiste manier om te gaan met levende dieren die door de handel in beslag zijn genomen.
Elke aanraking met wilde dieren is gevaarlijk
De World Organisation for Animal Health (WOAH) stelt internationale handelsnormen op voor diergezondheid en ziektebestrijding, gebaseerd op informatie die ze verzamelen over dierziekten. De leden doen vervolgens aanbevelingen voor het handelsbeleid aan hun regeringen en andere autoriteiten, met als doel om dodelijke ziektes zoals hondsdolheid te beperken. Veel handel in wilde dieren vindt echter illegaal plaats en houdt zich niet aan deze aanbevelingen. De handel gebeurt daarom op ongezonde en onhygiënische manieren, en zorgt dat het risico op de verspreiding van zoönosen toeneemt.
Stropers komen bijvoorbeeld niet alleen in nauw contact met de dieren die ze vangen, maar doden daarbij vaak ook andere dieren, zoals moeders van orang-oetans of beren. Hierdoor is de kans groter dat stropers besmet bloed en andere lichaamsvloeistoffen aanraken, waardoor het risico op besmetting toeneemt.
De overvolle, onhygiënische omstandigheden waarin smokkelaars dieren meestal houden, hebben eveneens grote gevolgen: ze verhogen het stressniveau van de dieren, verzwakken hun immuunsysteem en brengen daardoor ziektes over. Bovendien worden gevangen dieren in afwachting van hun verkoop vaak samengehouden met andere diersoorten die ze anders niet in het wild zouden tegenkomen. Dit maakt het voor ziekteverwekkers makkelijker om nieuwe soorten te infecteren, zich aan te passen en te verspreiden.
Exotische huisdieren
Exotische huisdieren groeien in populariteit sinds de opkomst van sociale media, met influencers die kijkers trekken door te pronken met hun unieke dierlijke metgezellen. Het bezit van exotische huisdieren komt vaak voort uit een wrede, dodelijke handel. Een handel die ziektes verspreidt. Dit verband was al lang voor TikTok bekend. Het is belangrijk dat men begrijpt dat wilde dieren moeten leven waar ze zijn geboren – in het wild – en niet als huisdier moeten worden gehouden. De handel in exotische huisdieren is gevaarlijk voor zowel mensen als dieren.
Van kleine zoogdieren tot grote katachtigen
Een voorbeeld van hoe exotische huisdieren de overdracht van zoönosen kunnen stimuleren, zagen we in 2003. Een zending van ongeveer 800 kleine zoogdieren, waaronder prairiehonden, importeerde het mpox-virus naar de Verenigde Staten (VS). Voor die tijd was deze gevaarlijke ziekte nog nooit waargenomen op het westelijk halfrond, maar door de handel in exotische huisdieren verspreidde de ziekte zich over de continenten.

Er leven in de VS veel grote katachtigen in gevangenschap. Zij leven vaak in slechte, benauwde omstandigheden en lopen het risico mishandeld te worden. Door hun verhoogde gezondheidsproblemen en de onhygiënische omstandigheden waarin ze worden gehouden, zijn grote katachtigen in gevangenschap erg vatbaar voor ziekten. In december 2024 stierven 20 grote katachtigen in een ongeregistreerd nep-opvangcentrum in Washington nadat ze vogelgriep hadden opgelopen.
IFAW zet zich in om een einde te maken aan de handel in grote katachtigen door middel van wetgeving en door samen te werken met legitieme opvangcentra om deze katten de zorg te geven die ze zo hard nodig hebben. In de afgelopen 15 jaar hebben we meer dan 200 grote katachtigen helpen redden uit slechte omstandigheden in gevangenschap.
Een ander voorbeeld is die van bonobo's, die gevoelig zijn voor virussen zoals ebola. Deze apen worden bejaagd als luxe voedselproduct en worden verhandeld als exotisch huisdier, waardoor het risico bestaat dat ziektes zich verspreiden naar andere dieren en mensen. IFAW ondersteunt de redding en rehabilitatie van bonobo's via onze partner Friends of Bonobos, die het enige bonobo-reservaat en vrijlatingsgebied ter wereld beheert.
Handel in bushmeat
Bushmeat is vlees van wilde zoogdieren, reptielen, amfibieën en vogels die in jungles, savannes of moerasgebieden leven. Het vlees is afkomstig van apen, schubdieren, slangen, stekelvarkens, antilopen, olifanten, giraffen en vele andere dieren. Hoewel bushmeat een enorm belangrijke bron van proteïnen kan zijn voor sommige inheemse gemeenschappen die dicht bij de natuur leven, brengt het ook potentiële gevaren en andere problemen met zich mee.
Ten eerste betekent het jagen en slachten voor bushmeat dat mensen worden blootgesteld aan bloed en andere lichaamsvloeistoffen. Bushmeat-jagers dragen zelden beschermende kleding, dus elke wond of snee in hun lichaam kan leiden tot een besmetting. Hoewel het onderzoek nog gaande is, is dit waarschijnlijk de manier waarop HIV-1 zich vanuit chimpansees heeft verspreid.
Het andere probleem is dat het vlees van zeldzame en bedreigde dieren het meest waardevol is in de bushmeathandel. Omdat het stropen van deze dieren voor de handel illegaal is, wordt het vlees over de grenzen gesmokkeld zonder dezelfde veiligheidscontroles te ondergaan als ander vlees. Het is onmogelijk om te weten hoeveel bushmeat er wereldwijd wordt vervoerd, maar naar schatting wordt elk jaar alleen al op de luchthavens van Genève en Zürich 40 ton bushmeat binnengevlogen. Elke lading van illegaal en niet-geïnspecteerd vlees brengt het risico op zoönosen met zich mee en maakt het mogelijk dat deze ziektes verspreiden naar nieuwe regio's en landen.
Wildlife markten
Markten waar producten van wilde dieren, maar vooral die waar levende dieren worden verkocht, verhogen ook het risico op spillover (overloop op een andere soort). Op deze markten worden veel diersoorten dicht bij elkaar gehouden, waaronder diersoorten die in de natuur gewoonlijk geen interactie hebben. Deze markten dienen ook als knooppunten in het transport, waardoor wilde dieren ver weg van hun natuurlijke leefgebied worden vervoerd en ziektes worden verspreid naar soorten die daar nog niet immuun voor zijn.
Op ‘wet markets’ – markten waar verse producten worden verkocht – worden dieren geslacht op onhygiënische manieren, waarbij hun bloed, lichaamsvloeistoffen en weefsels mogelijk ziekteverwekkers verspreiden. Dit soort markten is waarschijnlijk de bron van de SARS-uitbraak in 2002-2004 en van de coronapandemie.
Zulke wildlife markten zijn echter niet het enige probleem. In de 21e eeuw is internet uitgegroeid tot de grootste wereldwijde marktplaats voor de handel in wilde dieren. Onderzoekers vonden in zes weken tijd bijna 12.000 te koop aangeboden (lichaamsdelen van) bedreigde en met uitsterven bedreigde dieren – van ivoor tot levende apen, reptielen en vogels. Dit was in slechts vier landen: Frankrijk, Duitsland, Rusland en het Verenigd Koninkrijk.
De illegale online handel in dieren en hun lichaamsdelen gaat hand in hand met illegale verscheping en transport. Deze criminele activiteiten vergroten de verspreiding van zoönotische ziektes door ze over de landsgrenzen heen te brengen.
Hoe kunnen we de verspreiding van zoönosen voorkomen of beperken?
Gezonde, biodiverse ecosystemen zijn onze beste bescherming tegen zoönosen. Het stoppen van wildlifecriminaliteit is cruciaal om overloop te voorkomen en de verspreiding van ziektes te beperken. Cruciale manieren waarop IFAW wildlife crime bestrijdt, zijn het voorkomen van stroperij, het beschermen van mensen die in contact komen met verhandelde wilde dieren, en het pleiten voor strengere wetten tegen smokkelaars.
Elk individu kan een verschil maken. Dit zijn enkele zeer praktische manieren waarop we kunnen samenwerken om te voorkomen dat wildlifecriminaliteit een bedreiging vormt voor de volksgezondheid:
1. Weiger om exotische huisdieren te kopen of ermee in aanraking te komen.
Niet alleen lijden exotische huisdieren vaak onder afschuwelijke omstandigheden, maar ze kunnen ook ziekten verspreiden onder huisdieren en mensen.
Wees altijd – ook online – alert op hoe je omgaat met content waarin exotische huisdieren worden getoond. Het bekijken, liken of delen van video's kan de beelden meer aandacht geven en meer mensen aanmoedigen om dieren te kopen die in het wild zouden moeten leven.
Teken de belofte van Not a Pet om wilde dieren te beschermen tegen de illegale handel in huisdieren. Je ontvangt ook tips en aanvullende acties die je kunt ondernemen om wilde dieren te helpen.
2. Pleit voor strengere anti-smokkelwetten en handhaving.
We hebben sterk nationaal en internationaal beleid nodig dat wilde dieren beschermt tegen misdaden zoals leefgebiedvernietiging, stroperij en smokkel. Dit omvat ook beleid gericht op het voorkomen van de online verkoop van wilde dieren en hun producten, zoals de EU Digital Services Act. De belangrijkste internationale overeenkomst om wilde dieren wereldwijd te beschermen tegen handel is CITES, dat soorten beschermt zoals rode panda's, tijgers en Afrikaanse savanneolifanten.
Individuen kunnen contact opnemen met hun gekozen bestuurders en er bij hen op aandringen om wilde dieren en gemeenschappen te beschermen tegen de verspreiding van zoönosen.
3. Rapporteer wilde dieren die illegaal online te koop worden aangeboden.
Het tegengaan van online wildlifecriminaliteit vereist hulp van iedereen, waaronder burgers, techbedrijven en overheden.
Iedere internetgebruiker kan melding maken van verdachte illegale (producten van) wilde dieren die online worden verkocht. Mede dankzij meldingen van het publiek hebben leden van de Coalition to End Wildlife Trafficking Online van 2018 tot 2024 meer dan 24,1 miljoen vermoedelijke illegale verkopers en verboden advertenties van wilde dieren geblokkeerd of verwijderd.
Voor overheidsinstanties die de menselijke gezondheid en veiligheid moeten beschermen, zou een prioriteit moeten zijn om de smokkel van wilde dieren aan te pakken. Het is de op drie na grootste vorm van georganiseerde misdaad ter wereld, en heeft niet alleen grote gevolgen voor ecosystemen, maar ook voor mensen en de industrie. Daarom is de steun van de U.S. Fish and Wildlife Service (USFWS) bijvoorbeeld van cruciaal belang om de smokkel van zangvogels uit Zuid-Amerika en het Caribisch gebied te voorkomen.
Het is in iedereens belang dat we leren in balans samen te leven met wilde dieren en de voortdurende uitbuiting van deze dieren voorkomen – voor de dieren, en voor onszelf.
Help om dieren en mensen wereldwijd te beschermen tegen zoönosen en andere gevaren.
Gerelateerde content
Zonder jouw steun kunnen wij ons werk niet doen. Geef nu voor het verbeteren van de leefomstandigheden voor dieren.