Updates
IFAW biedt noodhulp na orkaan Erick
Lees meerVan olifanten met grote slurven tot mollen met tentakels op hun snuit: dieren hebben neuzen in allerlei vormen en maten. Hoewel alle zoogdieren een neus hebben, hebben alleen bepaalde soorten reptielen en vissen er een. Elke neus is aangepast aan de specifieke behoeften van het dier.
Mensen gebruiken hun neus hoofdzakelijk om te ruiken en te ademen. Dieren gebruiken hun neus op allerlei verschillende manieren: om voedsel op de oceaanbodem te vinden, elektromagnetische signalen van prooien op te vangen en zelfs om stoffige woestijnlucht te filteren, om maar een paar voorbeelden te noemen.
Lees verder om meer te weten te komen over dieren met grote neuzen, neuzen met een unieke vorm en de verschillende functies die deze neuzen hebben.

IFAW is een wereldwijde organisatie voor natuurbehoud die zich inzet voor het beschermen van dieren, het behouden van hun leefomgeving en het creëren van een wereld waarin dieren en mensen samen in balans zijn. We beschermen onder andere olifanten, de dieren met een van de meest unieke neuzen ter wereld.
Sommige van deze neuzen zijn de grootste ter wereld, en andere zijn groot in verhouding tot hun lichaamsgrootte. Bekijk ze hier:
Olifanten zijn niet alleen de grootste landdieren op aarde, maar hebben ook de grootste neuzen van alle diersoorten. De neus - slurf - van een olifant is een combinatie van zijn bovenlip en neus, en is enorm flexibel. Hij is ook uitzonderlijk lang: een slurf kan wel twee meter lang worden, bijna een kwart van de lichaamslengte van een volwassen olifant.
De slurf van een olifant bevat ongeveer 40.000 kleine spiertjes en wordt voor allerlei dingen gebruikt: water drinken, eten pakken, zichzelf bestuiven om insecten weg te houden en zelfs als snorkel tijdens het zwemmen.
Dankzij de behendigheid kunnen olifanten dingen oppakken die zo klein zijn als een grassprietje en zo zwaar als grote boomtakken. Deze veelzijdigheid is cruciaal voor hun overleving in verschillende leefgebieden in Afrika en Azië. Olifanten leven meestal in open en beboste savannes, maar brengen ook tijd door in woestijnen en bossen.
Afrikaanse savanneolifanten zijn een bedreigde diersoort op de Rode Lijst van IUCN. Bedreigingen voor deze soort zijn onder andere het verlies van leefgebied door ontbossing en uitbreiding van de landbouw, conflicten met mensen en stroperij voor ivoor en andere lichaamsdelen.
Olifanten hebben een laag voortplantingspercentage, waardoor hun populatie extra kwetsbaar is voor deze bedreigingen.
Neusapen, die voorkomen in de regenwouden en mangroves van Borneo, zijn vrij grote primaten. Mannetjes kunnen wel 72 centimeter lang worden en tot 22 kilo wegen. Ze hebben opvallende wenkbrauwen, een roodbruine vacht en een uitpuilende buik. Hun meest opvallende kenmerk is echter hun bolle neus. Bij mannelijke neusapen is de neus ongeveer 10 centimeter lang en hangt hij lager dan de mond.
Deze grote, hangende neus zou een rol spelen bij het aantrekken van vrouwtjes, omdat het de mannetjes helpt om hardere geluiden te maken die door het dichte bos heen te horen zijn. Er wordt ook gedacht dat de neus helpt bij het reguleren van de temperatuur en het verbeteren van het reukvermogen van de apen.
Neusapen zijn geclassificeerd als bedreigde diersoort; hun populatie wordt vooral bedreigd door de vernietiging van hun leefgebied als gevolg van houtkap, palmolieplantages en de uitbreiding van menselijke nederzettingen. Jacht en stroperij vormen een extra bedreiging voor hun voortbestaan in het wild.

Saiga's worden wel eens ‘de vreemdste antilopen ter wereld’ genoemd. Ze vallen op door hun grote, bolle neuzen en zandkleurige vacht. Hun unieke neuzen zijn heel handig om de lucht in hun droge en halfdroge leefgebieden vochtig te maken, om stof te filteren tijdens hun trektochten en om koude lucht in de winter op te warmen. Er wordt ook gedacht dat hun relatief grote neuzen hen een scherp reukvermogen geven en functioneren als een echokamer voor hun gebrul.
Hoewel ze ooit in kuddes van miljoenen dieren door Europa en Azië rondtrokken, zijn ze nu een ernstig bedreigde diersoort die alleen nog in Centraal-Azië voorkomt. Saiga-antilopen worden gestroopt voor hun hoorns, die worden gebruikt in de traditionele geneeskunde, en hebben veel van hun leefgebied verloren door de uitbreiding van de landbouw. Ook door het uitbreken van ziektes is hun aantal drastisch afgenomen.
Tapirs zijn zoogdieren die qua vorm en grootte op varkens lijken, maar een neus hebben die op een stompe olifantenslurf lijkt. Ze hebben een stevig lichaam met kenmerkende kleurpatronen. De Maleise tapir heeft bijvoorbeeld een opvallende zwart-witte vacht.
Tapirs leven in de jungles van Midden- en Zuid-Amerika en Zuidoost-Azië. Hun korte, slurfachtige snuit is geschikt om bladeren en fruit vast te pakken, waarmee ze makkelijker voedsel op de grond kunnen vinden. Ze gebruiken deze slurf ook om fruit en takken uit bomen te pakken. Als ze zwemmen, kunnen ze hun lange snuit als snorkel gebruiken.
Tapirs zijn op de Rode Lijst van IUCN geclassificeerd als kwetsbaar tot bedreigd, afhankelijk van de soort. De voornaamste bedreiging voor hun voortbestaan is de vernietiging van hun leefgebied, voornamelijk vanwege landbouw en houtkap. Ze worden ook bejaagd voor hun vlees.

Stermollen of sterneusmollen leven in de moerassen van Noord-Amerika. Ze hebben een donkere, fluweelachtige vacht en grote voorpoten die perfect zijn om te graven. Ze hebben hun naam te danken aan hun unieke neus die bestaat uit 22 vlezige tentakels die als een ster uit elkaar staan.
De tentakels zijn extreem gevoelig en zitten vol met tastorganen. Met hun neus kunnen de mollen met een opmerkelijke snelheid prooien opsporen en vangen. Stermollen kunnen kleine ongewervelde dieren zeven keer sneller identificeren dan een mens met zijn ogen kan knipperen.
Stermollen komen voor in het oosten van de VS en Canada en geven de voorkeur aan waterrijke leefgebieden met vochtige grond, zoals moerassen en veengebieden. Deze soort wordt door IUCN geclassificeerd als minst zorgwekkend.
Aardvarkens zijn unieke nachtdieren die in een groot deel van het Afrika ten zuiden van de Sahara leven. Ze zijn klein en stevig en hebben een robuust lichaam dat is bedekt met grof haar. Aardvarkens gebruiken hun sterke klauwen om in termietenheuvels te graven om daar insecten te eten.
Het aardvarken staat ook bekend om zijn opvallende neus. De snuit is lang en buisvormig en geeft hem een sterk reukvermogen. Dit helpt hem bij het opsporen van mieren en termieten, zijn belangrijkste voedselbronnen. De neus van het aardvarken is ook zeer flexibel, perfect voor graven en foerageren.
IUCN zegt dat aardvarkens het minst zorgwekkend zijn, maar ze hebben wel te maken met het verlies van hun leefgebied door landbouwontwikkeling. Het gebruik van pesticiden zorgt er ook voor dat er minder insecten zijn voor aardvarkens om te eten.

Hamerhaaien zijn makkelijk te herkennen aan hun unieke, hamerachtige kop, die wel een meter lang kan worden. Het lichaam van de haai kan zes meter lang worden. Door die aparte kopvorm heeft de hamerhaai betere zintuigen. Zijn ogen zitten ver uit elkaar, waardoor hij beter kan zien, en hij heeft veel elektroreceptoren waarmee hij prooien kan vinden.
Door de hamervorm zitten zijn neusgaten ook heel ver uit elkaar, waardoor hij een scherper reukvermogen heeft, wat ook helpt om prooien te vinden.
Deze haaien leven in warme kustwateren en de open zee, en sommige op continentale platten en in koraalriffen. Hamerhaaien staan op IUCN's Rode Lijst als kwetsbaar tot ernstig bedreigd, afhankelijk van de soort. Ze worden flink bedreigd door overbevissing, bijvangst en de handel in haaienvinnen.
Je kunt waarschijnlijk alleen al aan de naam wel raden hoe een olifantsvis eruitziet. Het is een kleine, donkere vis van ongeveer 23 centimeter lang, met een lange, slurfachtige onderkaak.
Het uitsteeksel lijkt op de slurf van een olifant, maar is eigenlijk een verlengstuk van de bek van de vis. Het wordt gebruikt om voedsel op de rivierbodem te vinden en te herkennen. Volgens wetenschappers wordt de ‘neus’ ook gebruikt om te communiceren, te navigeren en zichzelf te verdedigen.
Olifantsvissen zijn vooral 's nachts actief. Met hun donkere, gestroomlijnde lichaam zwemmen ze 's nachts onopgemerkt door troebele wateren. Ze staan op de IUCN-lijst als minst zorgwekkend.

Net als de olifantsvis is ook de zeeolifant vernoemd naar het grootste landzoogdier ter wereld. Mannelijke zeeolifanten hebben grote, slurfachtige neuzen die wel 30 centimeter lang kunnen worden.
De zeehonden gebruiken deze neuzen om tijdens het paarseizoen luide brullende geluiden te maken om hun dominantie te tonen, rivalen af te schrikken en vrouwtjes aan te trekken. Deze zeehonden hebben bovendien een heel groot lichaam; mannetjes kunnen wel zes meter lang worden en 4.000 kilogram wegen.
Zeeolifanten komen voor langs de kusten van de Stille Oceaan, vooral op stranden in Californië en rond sub-Antarctische eilanden. Ze staan op de IUCN-lijst als minst zorgwekkend. Hun populatie is dankzij wettelijke bescherming weer toegenomen, nadat ze in de 19e eeuw bijna waren uitgeroeid door de jacht. Ondanks hun herstel blijven bedreigingen zoals verstrikking in vistuig en verstoring van hun leefgebied een risico vormen voor hun populatie.

Miereneters zijn tandloze, insectenetende zoogdieren. Ze hebben lange lichamen bedekt met ruwe zwarte, witte en/of bruine vacht en hebben een lange, buisvormige snuit en tong. De reuzenmiereneter, de grootste soort, kan meer dan twee meter lang worden van neus tot staart.
Net als aardvarkens gebruiken miereneters hun snuit om mieren en termieten te vinden en op te eten. In hun neus hebben ze een plakkerige tong die wel 60 centimeter lang kan worden, waarmee ze hun kleine prooi makkelijk kunnen pakken.
Er zijn vier soorten miereneters, die voorkomen in Midden- en Zuid-Amerika. Reuzenmiereneters worden door IUCN als kwetsbaar beschouwd. De noordelijke boommiereneter, zuidelijke boommiereneter en dwergmiereneter worden als minst zorgwekkend beschouwd.
Miereneters worden bedreigd door het verlies van hun leefgebied en door overmatige jacht. Hiernaast is het extra bedreigend voor hun soort dat ze van nature weinig jongen krijgen.
IFAW steunt het behoud en de redding van dieren over de hele wereld, waaronder enkele dieren op deze lijst. Zo steunen we bijvoorbeeld de olifantenopvangen Lusaka Elephant Nursery en Zimbabwe Elephant Nursery bij hun werk om weesolifanten groot te brengen. We werken ook samen met Instituto Tamanduá, een organisatie die zich inzet voor het redden van miereneters en andere wilde dieren in Zuid-Amerika. Help je mee?
Zonder jouw steun kunnen wij ons werk niet doen. Geef nu voor het verbeteren van de leefomstandigheden voor dieren.
Unfortunately, the browser you use is outdated and does not allow you to display the site correctly. Please install any of the modern browsers, for example:
Google Chrome Firefox Safari