Waarom er weinig smokkelaars van wilde dieren worden bestraft in Afrika
Waarom er weinig smokkelaars van wilde dieren worden bestraft in Afrika
Door Edward Indakwa
Op 22 juli 2016 heeft een Keniaanse rechtbank een ‘groot smokkelaar van ivoor’ veroordeeld tot 20 jaar gevangenisstraf en een boete van 20 miljoen Keniaanse shilling (ong. €130.000) voor het verhandelen van 314 stukken ivoor. Het ivoor woog meer dan twee ton en kwam naar schatting van ongeveer 120 olifanten.
Het vonnis van Feisal Mohammed Ali haalde wereldwijd de krantenkoppen. Kenya Wildlife Service (KWS) noemde het een bewijs van Kenia's sterke toewijding om criminaliteit op het gebied van wilde dieren aan te pakken en om de wettelijke maatregelen tegen stroperij en illegale handel te versterken.

De zaak werd gevierd door natuurbeschermers. Even leek het een keerpunt in de strijd tegen georganiseerde wildlife crime (criminaliteit op het gebied van wilde dieren). Tot augustus 2018, toen Feisal na een succesvol hoger beroep als vrij man de gevangenis verliet.
In september 2025, zeven jaar na zijn vrijspraak, werd Feisal opnieuw gearresteerd en beschuldigd van de handel in twee neushoornhoorns ter waarde van 8,2 miljoen KSh (ong. €54.000). Zijn terugkeer naar de rechtszaal riep nieuwe vragen op over het vermogen van Afrikaanse regeringen om wildlife crime effectief te onderzoeken en te vervolgen. Ook werd duidelijk dat er nog steeds veel aandacht nodig is voor de strijd tegen smokkelaars.
Zwakke handhaving en corruptie
Overal op het Afrikaanse continent blijven uitdagingen zoals vertraagde processen, zwakke handhaving en lage veroordelingspercentages veel voorkomen. In Namibië bijvoorbeeld bleek uit een rapport over Wildlife Crime uit 2020 dat slechts 54% van alle verdachten die in 2015 waren gearresteerd, vijf jaar later een uitspraak hadden gekregen.
In Nigeria beschreef een onderzoek van Mongabay een “systematisch falen” om smokkelaars verantwoordelijk te houden. Tussen 2010 en 2021 hebben de autoriteiten 63 illegale zendingen van wildlife onderschept, maar slechts 11 daarvan hebben tot een rechtszaak geleid. Geen enkele zaak heeft tot een gevangenisstraf geleid.
Dat Feisal vrijgelaten werd, kwam door een paar fouten. Volgens Kenya Law deed de politie het onderzoek, en niet de KWS-agenten die zijn getraind in het aanpakken van wildlifecriminaliteit. Het bewijs was niet compleet, belangrijke getuigen werden niet gehoord, en de rechtbank vond fouten in het oorspronkelijke oordeel en de straf. Kortom: het Openbaar Ministerie kon niet bewijzen dat Feisal wist van het in beslag genomen ivoor of erover ging.
Kenia blijft een van de koplopers in Afrika als het gaat om handhaving van wetten op het gebied van wilde dieren. Ze hebben strenge wetten en straffen. Deze zaak laat echter zien dat zelfs goede wetten niet werken zonder de juiste training, coördinatie en middelen.

“Corruptie is de grootste zwakte in ons handhavingsproces. Het komt voor vanaf het begin van het onderzoek tot aan de beslissing om verdachten te vervolgen, en zelfs tijdens de veroordeling”, zegt Didi Wamukoya, Directeur voor de bestrijding van wildlife-smokkel bij African Wildlife Foundation, in een interview met The East African.
Naast corruptie hebben veel landen ook te maken met beperkte budgetten, te weinig personeel bij instanties, en rechtbanken die mogelijk niet helemaal snappen hoe wildlife crime gemeenschappen en ecosystemen beïnvloedt.
Samenwerking versterken
“De zaak Feisal laat zien waarom landen de samenwerking tussen nationale en regionale instanties moeten versterken, en hoe ze informatie beter kunnen delen”, zegt Moses Olinga, IFAW's programmamanager voor Uganda en hoofd van het East Africa Wildlife Crime Intervention Hub. “We hebben al gezien hoe dit kan werken door gezamenlijke patrouilles en betere handhaving in de haven van Mombasa.”
Sinds 2010 heeft IFAW Oost-Afrika meer dan 30 nationale en regionale trainingsworkshops ondersteund. Hierbij zijn meer dan 800 eerstelijns- en leidinggevende wetshandhavers van douane, natuurbeschermingsinstanties, politie, immigratiediensten, luchthavens, bosbouwdiensten en het leger getraind. De deelnemers kwamen uit Kenia, Uganda, Ethiopië, Djibouti, Zuid-Soedan, Malawi, Tanzania, de Democratische Republiek Congo, Burundi en Rwanda.
Dieren een toekomst geven
Dit maakt allemaal deel uit van IFAW's bredere visie Room to Roam: niet alleen leefgebieden voor dieren met elkaar verbinden, maar ook mensen en instellingen over grenzen heen met elkaar verbinden. Sterke wetshandhaving en grensoverschrijdende samenwerking helpen ervoor te zorgen dat olifanten, neushoorns en andere wilde dieren vrij en veilig door Afrika kunnen trekken.
Deze systemen samen helpen een toekomst te creëren waarin olifanten, neushoorns en andere wilde dieren echt de ruimte hebben om rond te trekken – en waarin justitie niet alleen diersoorten beschermt, maar ook de mensen en gemeenschappen die hun leefgebied delen.
Gerelateerde content
Press Releases
Illegale handel in wilde dieren breidt zich uit naar nieuwe landen en soorten
Lees meerPress Releases
Gered uit de illegale handel: jong honingbeertje Mano zet eerste stappen in het wild
Lees meerBlog
NVWA-inbeslagname toont noodzaak voor strengere EU-wetgeving en digitale handhaving
Lees meerZonder jouw steun kunnen wij ons werk niet doen. Geef nu voor het verbeteren van de leefomstandigheden voor dieren.