Centre for Bear Rehabilitation and Conservation - India
Weesberen: geen moeder meer, maar nog wel een veilige plekGeredde Bengaalse tijgerkatwelpjes keren terug naar het wild
Geredde Bengaalse tijgerkatwelpjes keren terug naar het wild
Ondanks zijn vlekken is het geen luipaard, en ondanks zijn kleine formaat is het geen huiskat. De Bengaalse tijgerkat is de meest voorkomende wilde kat in Azië.
Hoewel hij door IUCN is geclassificeerd als 'minst bedreigd', heeft deze katachtige met zijn grote ogen en opvallende vacht nog steeds te maken met serieuze bedreigingen, zoals de jacht voor zijn vacht en de handel in huisdieren.

Door dit soort activiteiten worden jonge dieren vaak wees en gaan ze dood omdat ze niet voor zichzelf kunnen zorgen. We zien dit bij allerlei soorten, van olifanten tot orang-oetans. Gelukkig krijgen deze dieren dankzij de inzet van professionele reddingsteams een tweede kans op een leven in het wild. Daarvoor leren ze de vaardigheden die ze nodig hebben om te overleven in hun natuurlijke leefgebied.
In juni 2024 vonden lokale inwoners drie verweesde jonge Bengaalse tijgerkatten in het stadje Chambang, in het district Kra Daadi in Arunachal Pradesh, India. Ze waarschuwden bosbeheerders, die er toen voor zorgden dat de welpen werden opgevangen door professionals in Itanagar Zoological Park. Daarna werden ze overgebracht naar het Centre for Bear Rehabilitation and Conservation (CBRC).
Wilde welpen wild houden
Het centrum, dat wordt gerund door Wildlife Trust of India (WTI), Pakke Tiger Reserve Park Authority en het ministerie van Milieu, Bosbouw en Klimaatverandering van Arunachal Pradesh, en wordt gesteund door IFAW, gaf de welpen de zorg die ze nodig hadden.
Toen ze aankwamen, waren ze heel klein en zwak. Ze moesten met de hand worden grootgebracht. Dat is een lastig proces en een keuze die niet snel wordt gemaakt, omdat fysiek contact met mensen nooit ideaal is voor jonge dieren die zich nog aan het ontwikkelen zijn. De dierenartsen van IFAW en WTI houden niet alleen rekening met de gezondheid van de dieren, maar ook met hun wilde aard. Ze hopen dat ze ooit weer terug kunnen naar de bossen om daar zelfstandig te leven.
De dierenartsen proberen de zorg die deze dieren in het wild van hun moeders zouden krijgen zo goed mogelijk na te bootsen. Ook bieden ze de nodige medische zorg bij stress, verwondingen en ziekte. Het is met name lastig om jonge wilde katten te rehabiliteren, omdat het van nature solitaire dieren zijn. Afgezien van de paartijd en de eerste maanden van hun leven hebben Bengaalse tijgerkatten geen contact met elkaar. Het is daarom belangrijk dat ze de kans krijgen om zelfstandig te leren.
Een tweede kans op een leven in het wild

Na vier maanden in het CBRC zijn de drie welpen overgebracht naar het Pakke Tiger Reserve voor een geleidelijke terugkeer in het wild. Ze zullen ongeveer drie maanden de tijd krijgen om te wennen aan hun nieuwe leefomgeving, voordat ze volledig worden vrijgelaten. Daarna zullen ze het protocol voor geleidelijke terugkeer volgen dat speciaal voor kleine katachtigen is ontwikkeld door WTI.
Bij IFAW geloven we dat elk dier ertoe doet – elk gered leven en elke tweede kans die een dier krijgt, is een stap in de goede richting om de kostbare biodiversiteit van onze planeet te behouden. We hebben hoge verwachtingen van deze kleine katachtigen nu ze hun traject van redding, rehabilitatie en vrijlating afronden en hun natuurlijke leefgebied in de bossen herontdekken.
Gerelateerde content
Zonder jouw steun kunnen wij ons werk niet doen. Geef nu voor het verbeteren van de leefomstandigheden voor dieren.