Updates
IJsland geeft toch weer vergunning af voor het doden van 426 vinvissen
Lees meerWat verstaan we precies onder ecosystem engineers?
Het lijkt vreemd om onszelf te vergelijken met olifanten, wormen of walvissen. Maar één ding hebben mensen gemeen met deze dieren: we werken allemaal als ecosystem engineers. Olifanten passen de landschappen aan waar ze in leven, wormen veranderen de grond waar ze doorheen graven; walvissen helpen om voedingsstoffen te verspreiden in de oceaan. En ook wij als mensen veranderen onze omgeving.
Ook bevers, vogels, konijnen, wolven, bomen en koralen vallen onder de ecosystem engineers: organismen die hun eigen leefgebied vormgeven en onderhouden. Of het nu gaat om onderdak of voedingsbronnen: we profiteren allemaal van de veranderingen die de ecosystem engineers doorvoeren in hun omgevingen.
Ecosystemen zijn er van klein tot groot, van één regendruppel tot aan een compleet meer of uitgestrekt bos. Een ecosysteem is een fysieke omgeving, inclusief het samenspel van alle organismen die in ditzelfde gebied leven en elkaar onderling beïnvloeden.
Olifanten vormen een uitstekend voorbeeld van ecosystem engineers.
Olifanten blijven nooit erg lang op één locatie. Ze verplaatsen zich over steppes en door bossen, waarbij ze onderweg bomen ontwortelen en struiken uit de grond trekken. Dat lijkt soms op een spoor van vernietiging, maar schijn bedriegt. Doordat de bomen worden uitgedund, kan zonlicht de bosbodem bereiken, wat nieuwe groei aanmoedigt. Kleinere dieren die niet bij de toppen van de bomen kunnen komen, eten het fruit en de bladeren die op de grond achterblijven als de olifanten verder trekken.
Olifanten eten onderweg tussen de 140-300 kg boombast, gras en fruit. Via hun uitwerpselen verspreiden ze zaden en bemesten ze het land, wat leefgebieden en voedsel creëert voor andere dieren.
En olifanten gebruiken hun poten, slurven en slagtanden om bij water te komen, waar veel andere dieren in hun leefomgeving ook van profiteren.
Als biobouwers houden haaien de oceanen gezond. Zonder haaien kunnen ecosystemen onder water ineenstorten. Als haaien de populaties van baarzen en snappers niet onder controle houden, ontstaat een domino-effect. Als er te veel baarzen en snappers zijn, eten ze te veel algeneters. Dit geeft algen de kans om te gaan woekeren – en dat kan complete koraalriffen doden.
De zogeheten allogene engineers gebruiken levende en niet-levende materialen om hun leefgebieden te veranderen. Autogene ecosystem engineers veranderen hun omgeving door hun eigen structuur te veranderen.
Bevers zijn bijvoorbeeld allogene engineers: als ze een dam bouwen, passen ze hun omgeving aan met takken, bomen en bladeren. Dammen kunnen verschillende voordelen hebben. Sommige milieukundigen beschouwen beverdammen als de “nieren van de aarde”, omdat ze sedimenten filteren en het water stroomafwaarts helder maken. De plassen die ontstaan door dammen, bieden een leefgebied voor vissen, eenden, kustvogels, amfibieën, reptielen en ander leven.
Bomen zijn autogene ecosystem engineers: ze grijpen niet actief in hun omgeving in, maar veranderen zichzelf. Als ze groeien, worden hun stammen en takken dikker. Zo creëren bomen leefgebieden voor vogels, insecten, eekhoorns en andere dieren.
Een sleutelsoort is een organisme dat onmisbaar is voor het overleven van andere dieren en planten in een ecosysteem. Zonder de sleutelsoort stort het ecosysteem in elkaar. Ieder ecosysteem heeft dit soort sleutelsoorten.
Als de sleutelsoort wegvalt, gaat het mis. Wolven zijn hiervan een goed voorbeeld. Door de afwezigheid van de wolf, explodeerde de hertenpopulatie binnen het Yellowstone National Park in de Verenigde Staten. Het gevolg was overbegrazing, onder andere van espen. Zonder deze bomen verloren veel vogels en bevers hun leefgebieden in Yellowstone.
In een ecosysteem langs de kust vormen zeehonden een sleutelsoort, maar hun impact is complex. Het zijn apexroofdieren, en daardoor denken sommige mensen dat het doden van zeehonden goed zou zijn voor de populaties van commercieel belangrijke prooivissen. In werkelijkheid kan een afname van het zeehondenbestand leiden tot grotere populaties van roofdieren in het midden van de voedselketen, zoals inktvissen. Die doen zich vervolgens tegoed aan commercieel belangrijke schaal- en schelpdieren en vissen.
Zonder jouw steun kunnen wij ons werk niet doen. Geef nu voor het verbeteren van de leefomstandigheden voor dieren.
Unfortunately, the browser you use is outdated and does not allow you to display the site correctly. Please install any of the modern browsers, for example:
Google Chrome Firefox Safari